Coöperatieve basisbegrippen, -waarden en principes
Samen en vrijwillig een economische, sociale, ruimtelijke of culturele behoefte invullen, daar gaat het bij een coöperatie om. Deze vorm van ondernemen wordt op een democratische manier geleid, is de collectieve eigendom van de coöperanten en heeft als doel een resultaat dat elke coöperant apart niet zou kunnen bereiken.
Een coöperatie hanteert ook een aantal waarden en principes, die door de International Co-operative Alliance (ICA) – een non-profit organisatie die in 1895 werd opgericht om het coöperatieve model te promoten, opgetekend werden.
De basiswaarden waarop coöperatieve ondernemingen zich baseren zijn: zelfredzaamheid, verantwoordelijkheidszin, democratie, gelijkheid, billijkheid en solidariteit, eerlijkheid, openheid, sociale verantwoordelijkheid en aandacht voor anderen.
Daarnaast zijn er ook 7 coöperatieve principes, die een richtsnoer vormen voor deze vorm van ondernemen:
- Vrijwillig en open lidmaatschap: elke persoon die het doel van de onderneming onderschrijft en de diensten ervan kan benutten, kan toetreden tot een coöperatie. Hierbij aanvaardt de vennoot dat hij verantwoordelijk is voor zijn lidmaatschap en dat hij gelijkwaardig is aan andere vennoten.
- Democratische controle door de leden: de vennoten in een coöperatie controleren de onderneming op een democratische manier en nemen actief deel aan het beleid en de besluitvorming. Iedereen kan hierover mee beslissen, ongeacht hoeveel kapitaal ze inbrachten.
- Economische participatie door de leden: Vennoten zijn niet alleen aandeelhouder, ook gebruiker van de geleverde diensten of producten van de coöperatie. Het kapitaal van de onderneming is billijk en wordt democratisch gecontroleerd door de leden. Minstens een deel van het kapitaal is gemeenschappelijk bezit. Als het gaat over winstverdeling, ontvangen vennoten gewoonlijk een beperkt rendement op het ingebrachte kapitaal. Het overige deel van de winst wordt daarnaast gebruikt om meerwaarde te creëren: voor de verdere ontwikkeling van de coöperatie, het aanleggen van reserves (soms ook wettelijk vastgelegde), voordelen voor de vennoten of ter ondersteuning van andere door de vennoten goedgekeurde activiteiten. Hierbij staat dienstverlening centraal.
- Autonomie en onafhankelijkheid: een coöperatie is autonoom, zelfbedruipend en wordt gecontroleerd door zijn leden. Ook bij het sluiten van akkoorden met andere organisaties –zelfs met overheden, of wanneer extern kapitaal wordt aangetrokken, gebeurt dit zonder de democratische controle of de autonomie van de onderneming op het spel te zetten.
- Onderwijs, vorming en informatieverstrekking: Vorming en opleiding voor de leden van de onderneming, de verkozen vertegenwoordigers, managers en werknemers is nodig om hen te kunnen laten bijdragen aan het ontwikkelen van de coöperatie en de eigenheid verder te vormen. Bovendien is een informatieoverdracht over de aard en de voordelen van de onderneming naar het ruimere publiek – vooral naar jongeren en opiniemakers toe, ook een must.
- Samenwerking tussen coöperaties: Deze samenwerking tussen verscheidene lokale, regionale, nationale en internationale coöperaties is het meest effectief om vennoten te bedienen en terzelfdertijd de coöperatieve beweging te versterken.
- Aandacht voor de gemeenschap: Door de leden goedgekeurde beleidsmaatregelen zorgen ervoor dat de coöperatieve gemeenschap zich op een duurzame manier kan ontwikkelen.
Wilt u hier meer over weten? Onder andere op de website van de International Co-operative Alliance (ICA) en van Coöperatief Vlaanderen kunt u meer lezen.